Mijn leerlingen en ik verschillen qua leeftijd hooguit negen jaar. Je zou denken dat we niet veel jaar schelen, maar soms verbaas ik me erover hoeveel die paar jaar uitmaakt.
In mijn eerste jaar op de lerarenopleiding werd er door één van mijn leerlingen gevraagd of ik een ‘dab’ kon doen.Ik had er nog nooit van gehoord, dus nee, die kon ik ook niet voordoen. Ze keek me raar aan en ging toen weer verder met haar gesprek. Ik denk dat er vijf jaar tussen ons zat. Natuurlijk zocht ik na mijn stagedag op wat een ‘dab’ inhield en al snel kwam ik erachter dat het een gekke armbeweging is, die een beetje lijkt op de iconische pose van Usain Bolt, maar dan voor je gezicht.
Het was de eerste keer dat ik een woord niet kende dat door de jeugd wordt gebruikt, terwijl ik zelf ook nog jeugdig ben. Ik kan je vertellen, dat ik me meteen dertig jaar ouder voelde. Het woord werd wel vaker gebruikt, maar de leerlingen mochten de beweging niet van mij doen tijdens de les. Dat zou voor teveel afleiding zorgen en bovendien kun je iemand in het gezicht slaan als je niet uitkijkt.
Tijdens mijn tweede stage kwam ik het woord weer tegen. Niet doordat de leerlingen het zeiden, nee, ik kwam het tegen in antwoorden van een meerkeuzetoets. Zoals je weet, kun je bij een meerkeuzetoets vaak kiezen uit de antwoorden ‘A’, ‘B’, ‘C’, ‘D’ en soms ook ‘E’. Ik weet niet meer waar de toets over ging, maar bij het nakijken van de toets verbaasde ik me over de antwoorden die de leerlingen gaven. Het meerendeel van de leerlingen gaf steeds als antwoord ‘D’ ‘A’ ‘B’.
De leerlingen vonden het blijkbaar belangrijker om jongerentaal op papier te hebben, dan om de juiste antwoorden te geven. Ik hoop dat de leerlingen er van hebben geleerd, toen ze hun cijfers van die toets terugkregen. Ik kan je namelijk verzekeren dat die combinatie van letters niet het goede antwoord was.
Mevrouw Marloes