Als klein meisje was ik al geïnteresseerd in gedichten. Mijn eerste dichtbundel was waarschijnlijk De Nederlandse Kinderpoëzie In Duizend en Enige gedichten, verzameld door Gerrit Komrij. Daarvoor werd ik al vaak genoeg voorgelezen uit de dichtbundels van Annie M.G. Schmidt. In maart leende ik het boek Laten we het er maar niet over hebben van Akwasi. Het verdween in mijn kast en afgelopen week waagde ik mij toch weer eens aan een avondje poezië.
“Voicemail
hallo
is dit je voicemail
ik wilde eigenlijk iets inspreken
is het goed als ik bel
en je dan niet opneemt
dat praat wat makkelijker“
Akwasi
Eigenlijk ken ik Akwasi helemaal niet echt. Hij deed mee aan Expeditie Robinson, maar dat was vorig jaar. En dat programma kijk ik al jaren niet meer. Toen ik het bundeltje zag liggen in de bibliotheek, kon ik het niet laten liggen. Ik was benieuwd naar de dichtstijl van deze verhalenverteller. Ook wilde ik weten waar zijn gedichten over gaan. Er is een hoop om te vertellen en ieder mens heeft een eigen verhaal. Waarom het boekje dan toch zo lang in mijn boekenkast bleef liggen? Ik was op dat moment al bezig in andere boeken en zo raakte het steeds meer onderop de stapel boeken die ik had gelezen. Zonder dat ik het een kans had gegeven.
Thema’s
In de gedichten van Akwasi komen verschillende thema’s naar voren. Vooral het racisme dat nog aanwezig is in Nederland bespreekt hij in zijn poëzie. Akwasi spreekt zich in poëtische vorm uit over hoe het is om als, zoals hij zelf zegt, zwarte man in een gemengde samenleving te leven. Waar voor de een racisme totaal geen rol speelt, wordt Akwasi vaak genoeg als anders behandeld. Dit wordt ook pijnlijk duidelijk in zijn gedichten over zijn reis in Zuid-Afrika. In een bomvol restaurant wordt hij als enige niet bediend. Er staan ook genoeg luchtigere stukken in het boek. Die gaan over onder andere flirtpogingen tijdens het uitgaan of over vegetarisme.
Lees hier mijn blogpost over het boek ‘Feminist fataal’
Mening
Ik lees graag stukken die geschreven zijn door mensen van mijn generatie. Misschien komt dat doordat ik mij makkelijker in zulke mensen kan inleven, dan in (boeken van) schrijvers die al in de vijftig zijn. De schrijfstijl van jongere mensen spreekt mij meer aan. Zo ben ik blij dat Akwasi geen blad voor zijn mond neemt in zijn dichtbundel. Of misschien heeft hij dat wel gedaan, geen idee. De gedichten zijn soms pijnlijk om te lezen, want ze raken gevoelige onderwerpen. Maar dat vind ik het mooie van poëzie. Ik wil soms diep kunnen nadenken als ik gedichten lees.
Toch weet ik niet zeker of dit boek voor iedereen geschikt is. De lezer van dit boek moet openstaan voor verschillende culturen. Ook moet de lezer niet schrikken om de soms trieste ervaringen die mensen met een andere culturele achtergrond meemaken. Akwasi legt met zijn dichtbundel de vinger op de zere plek. Met gelukkig genoeg ook leuke gedichten tussendoor. Zo wordt het boek veel toegankelijker voor een groter publiek.
★★★★✩
Ik lees eigenlijk nou poëzie, maar ik wil het altijd wel. Ik heb van de week rupi kaur geleend in de online bieb, ik lees haar gedichtjes wel eens op Instagram dus dat leek me een goede plek om te beginnen.
Auteur
Die boekjes van haar wil ik ook nog lezen! Bedankt voor de tip, dan leen ik ze ook lekker bij de online bieb.
Ik kende hem ook alleen van Expeditie Robinson. Ik had echt geen idee dat hij dit soort mooie dingen schrijft.
Leuk zeg, dat je over poëzie schrijft, dat lees ik ook graag en ik leen het meestal ook bij de bieb. Heb ook wel een paar oudere favorieten (Judith Herzberg, Herman de Conick, Ingmar Heytze), maar ik vind het heel leuk om ook om juist jongere dichters te ontdekken, dus dank voor de tip. Ik vind van ‘onze generatie’ Iduna Paalman en René Oskam erg de moeite.
Ik heb veel over deze man geleerd tijdens Robinson, wat een sterke en positieve man. Hier ben ik dus stiekem wel benieuwd naar!